Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rassel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rassel (Zweeds) in het Engels

rassel:

rassel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. rassel (prassel; frasande)
    the rustle; the rustling; the tingling
    • rustle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rustling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tingling [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. rassel (skrammel; slammer)
    the rattle
    • rattle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rassel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rattle rassel; skrammel; slammer blabbra; prata bubbla; pratkvarn; skaller; skallra; skramla; skrammel; skvallerkäring; skvallertant
rustle frasande; prassel; rassel knistrande
rustling frasande; prassel; rassel frasande; prasslande; rasslande
tingling frasande; prassel; rassel blinka; tindra
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rattle berätta; fladdra; flaxa; konversera; kvacka; pipa; pladdra; prata; skallra; skramla; sladdra; snacka; säga; tala; tala om
rustle frasa; läspa; prassla; rassla; smattra; tala med en läspning
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
rattle knatter; knattra; smatter

Wiktionary: rassel

rassel
noun
  1. a sound made by loose objects shaking or vibrating against one another

Computer vertaling door derden: