Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. prål:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor prål (Zweeds) in het Engels

prål:

prål [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. prål (ostentation; ståt; skryt; vräkighet)
    the pompous ass; the ostentation; the swank

Vertaal Matrix voor prål:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ostentation ostentation; prål; skryt; ståt; vräkighet
pompous ass ostentation; prål; skryt; ståt; vräkighet
swank ostentation; prål; skryt; ståt; vräkighet braverande; friskus; mallighet; skrytande; skrävlande; snobberi; våghals
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
swank skryta; skrävla
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
swank högfärdsblåsa

Synoniemen voor "prål":


Wiktionary: prål

prål
noun
  1. show; ostentation; glory