Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. petig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor petig (Zweeds) in het Engels

petig:

petig bijvoeglijk naamwoord

  1. petig (petigt; småaktig)
    trifly; niggling
  2. petig (tjafsigt; petigt)
    picky; choosy; fussy
    • picky bijvoeglijk naamwoord
    • choosy bijvoeglijk naamwoord
    • fussy bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor petig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niggling fingrande; hårklyveri; knåpande; petighet; pillande; plockande
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
choosy petig; petigt; tjafsigt
fussy petig; petigt; tjafsigt
picky petig; petigt; tjafsigt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trifly petig; petigt; småaktig
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
choosy kräsen
fussy fjantig; fjäskig; fjäskigt; gnetande; krämagat; kräsmagad; petnoga
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niggling petig; petigt; småaktig

Synoniemen voor "petig":


Wiktionary: petig

petig
adjective
  1. particular about details
  2. overly concerned about tidiness

Cross Translation:
FromToVia
petig fuddy-duddy; fussy kleinkariert — peinlich genau, übergenau, engstirnig, kleinbürgerlich
petig fastidious; painstaking; meticulous méticuleux — Qui est soigneux à l’excès, qui a le goût des moindres détails et qui en est préoccupé.