Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. packning:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor packning (Zweeds) in het Engels

packning:

packning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. packning (bagage; resgods)
    the luggage; the baggage
    • luggage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baggage [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. packning (bagage)
    the baggage; the luggage; the pack
    • baggage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • luggage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pack [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. packning
    the thong; the girdle
    • thong [the ~] zelfstandig naamwoord
    • girdle [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. packning
    the washer
    • washer [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. packning (förpackning)
    the packing
    • packing [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor packning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baggage bagage; packning; resgods
girdle packning bälte; gördel; höfthållare; skärp
luggage bagage; packning; resgods
pack bagage; packning ansamling; bunt; gäng; hord; massa
packing förpackning; packning packande
thong packning gördel; höfthållare
washer packning
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pack förpacka; komprimera; packa; packa in; sammantrycka; slå in; trycka ihop
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
luggage gepäck; reseffekter
pack bibba; byke; bylte; emballera; hoptränga; paketera
packing inpackning
thong snärt

Synoniemen voor "packning":


Wiktionary: packning

packning
noun
  1. flat disk

Cross Translation:
FromToVia
packning gasket; packing Dichtung — (Maschinen-)Element zum Abdichten, zum Beispiel gegen Ölaustritt oder Wassereintritt
packning luggage Gepäck — gesamte Ausrüstung für eine Reise, eine Wanderung oder einen Marsch
packning baggage; luggage bagage — désuet|fr équipage de voyage ou de guerre.