Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nisch:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nisch (Zweeds) in het Engels

nisch:

nisch [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nisch
    the niche; the cavity
    • niche [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cavity [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. nisch (vrå; alkov; skrymsle)
    the niche; the alcove
    • niche [the ~] zelfstandig naamwoord
    • alcove [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. nisch (hålighet; hålrum)
    the niche; the cavity; the compartment
    • niche [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cavity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • compartment [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alcove alkov; nisch; skrymsle; vrå niche
cavity hålighet; hålrum; nisch fack; hål; hålighet; karies; klyvning; niche; skreva; springe; tandröta; urringning; vrå; öppning
compartment hålighet; hålrum; nisch avdelning; bås; fack; frysbox; frysfack; hål
niche alkov; hålighet; hålrum; nisch; skrymsle; vrå fack; hål; niche
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cavity ihålighet; kavern; kavitet; urgröpning; urtagning
compartment kupé; tågkupé

Wiktionary: nisch

nisch
noun
  1. ecological function of an organism
  2. position of opportunity
  3. cavity, hollow, or recess

Cross Translation:
FromToVia
nisch niche NischeEinbuchtung, Vertiefung in einer Wand
nisch niche Nischebildlich: kleiner geschützer Bereich, in dem man sich unbehelligt von Konkurrenz aufhalten, entfalten kann