Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nerv:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nerv (Zweeds) in het Engels

nerv:

nerv [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nerv (mod)
    the daring; the guts; the nerve; the pluck
    • daring [the ~] zelfstandig naamwoord
    • guts [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nerve [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pluck [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. nerv (sena)
    the nerve
    • nerve [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nerv:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daring mod; nerv förvägenhet; gallanteri; ha mod; mod; ta risken; tapperhet; våga; våghalsighet
guts mod; nerv bukar; kulmagar; magar; putmagar
nerve mod; nerv; sena fräckhet; oskamsen; ådrighet; ådring
pluck mod; nerv
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pluck plocka
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daring eggande; frimodig; frimodigt; förarglig; förargligt; käckt; modig; modigt; retligt; vågande
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
daring dristighet; morsk; oförvägen; vågad; vågat
nerve bladnerv; kurage
pluck kurage

Wiktionary: nerv

nerv
noun
  1. (colloquial) neuron
  2. bundle of neurons

Cross Translation:
FromToVia
nerv nerve NervAnatomie: Bündel aus Fortsätzen von Nervenzellen außerhalb des Zentralnervensystems
nerv nerve; guts nerf — anatomie|fr Chacun des petits filaments blanchâtres qui, distribués dans tout le corps, transmettent au cerveau les sensations provoquées par les objets extérieurs ou par l’organisme lui-même, et aux muscles les impulsions motrices.

Verwante vertalingen van nerv