Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nöd:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nöd (Zweeds) in het Engels

nöd:

nöd [-en] zelfstandig naamwoord

  1. nöd (brist; armod; obestånd)
    the insolvency; the destitution

Vertaal Matrix voor nöd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
destitution armod; brist; nöd; obestånd behövande; elakt; elände; fattigdom; hjälp; nödvändigt; olycka; skadlig; skadligt
insolvency armod; brist; nöd; obestånd insolvent
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
destitution misär
insolvency insolvens

Synoniemen voor "nöd":


Wiktionary: nöd

nöd
noun
  1. situation requiring urgent assistance
proverb
  1. someone who helps is a real friend

Cross Translation:
FromToVia
nöd destitution; need Not — ein Zustand des Mangels oder des Fehlens an Lebenswichtigem
nöd emergency Not — ein gefahrvolle, lebensbedrohliche Situation

Verwante vertalingen van nöd