Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. material:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor material (Zweeds) in het Engels

material:

material [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. material
    the matter; the stuff
    • matter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stuff [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. material
    the materiel; the materials

Vertaal Matrix voor material:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
materials material byggmaterial; fordringar; krav
materiel material
matter material affär; angelägenhet; artikel; brutna stenar; fråga; händelse; kalk; problem; punkt; sak; substans
stuff material artiklar; besittningar; brutna stenar; cannabis; gods; grejor; handelsvaror; hasch; kalk; produkter; saker
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matter släcka; stänga av
stuff fylla; packa in; proppa; späcka; stoppa; stuva
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
materials materiel
matter materia; spörsmål
stuff jox; stoff

Synoniemen voor "material":


Wiktionary: material

material
noun
  1. cloth
  2. text
  3. matter
  4. the tangible substance that goes into the makeup of a physical object
adjective
  1. related to matter

Cross Translation:
FromToVia
material material MaterialTechnik: Sammelbegriff für Rohstoffe, Werkstoffe, Halbzeuge, Hilfsstoffe, Betriebsstoffe, Teile und Gruppen, aus denen etwas hergestellt wird
material material Werkstoff — Arbeitsmittel rein stofflicher Natur, das in Produktionsprozessen zu Halbfabrikaten oder Fertigerzeugnissen weiterverarbeitet wird
material material; data; stuff matériau — À trier

Verwante vertalingen van material