Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. mask:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor mask (Zweeds) in het Engels

mask:

mask [-en] zelfstandig naamwoord

  1. mask (daggmask)
    the earth-worm; the worm
    • earth-worm [the ~] zelfstandig naamwoord
    • worm [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. mask
    the face pack; the mask
    • face pack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mask [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. mask
    the maggot; the grub
    • maggot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grub [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. mask
    the worm
    – Self-propagating malicious code that can automatically distribute itself from one computer to another through network connections. A worm can take harmful action, such as consuming network or local system resources, possibly causing a denial of service attack. 1
    • worm [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. mask
    the mask
    – A filter that selectively includes or excludes certain values. 1
    • mask [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. mask (larv)
    the larva; the grub
    • larva [the ~] zelfstandig naamwoord
    • grub [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. mask (maskering)
    the mask
    • mask [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mask:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
earth-worm daggmask; mask
face pack mask
grub larv; mask födande; luns; sjaskigt klädd person; smutsgris; tölp
larva larv; mask
maggot mask
mask mask; maskering
worm daggmask; mask
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mask dölja; kamouflera; skyla
worm svärma av; vimla av
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
grub böka; krubb; käk
larva insektslarv
mask maskera

Synoniemen voor "mask":


Wiktionary: mask

mask
noun
  1. cover for the face
  2. that which disguises
  3. worthless person
  4. animal

Cross Translation:
FromToVia
mask mask Larveveraltend für Maske
mask mask MaskeGesichtsbedeckung
mask worm WurmBiologie: wirbelloses, bilateral-symmetrisches, langgestrecktes Tier