Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. marskalk:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor marskalk (Zweeds) in het Engels

marskalk:

marskalk [-en] zelfstandig naamwoord

  1. marskalk (fältmarskalk)
    the marshal; the field marshal; the marshall
    • marshal [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • field marshal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • marshall [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor marskalk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
field marshal fältmarskalk; marskalk fältmarskalk
marshal fältmarskalk; marskalk
marshall fältmarskalk; marskalk
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marshal konvertera

Synoniemen voor "marskalk":


Wiktionary: marskalk

marskalk
noun
  1. person in charge of the ceremonial arrangement and management of a gathering
  2. military officer of the highest rank

Cross Translation:
FromToVia
marskalk marshal Marschallursprünglich: der Aufseher der Pferde an fürstlichen Höfen
marskalk marshal Marschallseit dem 16. Jahrhundert: höchste militärische Würde als Marschall oder Feldmarschall mit dem Abzeichen des Marschallstabes
marskalk marshal Marschallspäter: ein Hofbeamter
marskalk marshal maréchaltitre de la plus haute dignité dans la hiérarchie militaire.