Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lurk (Zweeds) in het Engels

lurk:

lurk [-en] zelfstandig naamwoord

  1. lurk (tölp; äckel; slusk; grobian)
    the prole; the hulk; the slob; the lout; the ill-mannered brute; the bastard; the clumsy fellow; the swine; the boor; the churl
    • prole [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hulk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • slob [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ill-mannered brute [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bastard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clumsy fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swine [the ~] zelfstandig naamwoord
    • boor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • churl [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lurk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bastard grobian; lurk; slusk; tölp; äckel bastard; bov; dumbom; fitta; osympatisk person; oäkta barn; rackare; skithuvud; skojara; skurk; usling
boor grobian; lurk; slusk; tölp; äckel bondlurk; bondtölp; buffel; drummel; slyngel; tölp; upptjäftig person
churl grobian; lurk; slusk; tölp; äckel
clumsy fellow grobian; lurk; slusk; tölp; äckel
hulk grobian; lurk; slusk; tölp; äckel koloss; monster; ohyfsat kräk; ouppfostrad knöl
ill-mannered brute grobian; lurk; slusk; tölp; äckel ohyfsat kräk; ouppfostrad knöl
lout grobian; lurk; slusk; tölp; äckel bondlurk; buffel; drummel; slyngel; tölp
prole grobian; lurk; slusk; tölp; äckel kräk; skurk; usling; vrak
slob grobian; lurk; slusk; tölp; äckel kräk; luns; sjaskigt klädd person; skunk; skurk; smutsgris; tölp; usling; vrak; äcklig gubbe
swine grobian; lurk; slusk; tölp; äckel galt; skunk; svin; äcklig gubbe
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
swine svinpäls