Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. korthet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor korthet (Zweeds) in het Engels

korthet:

korthet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. korthet (koncentration)
    the conciseness; the brevity; the terseness
  2. korthet (snäsighet; syrlighet; bryskhet)
    the acidity; the curtness; the snappiness

Vertaal Matrix voor korthet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acidity bryskhet; korthet; snäsighet; syrlighet surhet
brevity koncentration; korthet sammanfattad
conciseness koncentration; korthet kortvarigt; objektivitet; saklighet
curtness bryskhet; korthet; snäsighet; syrlighet beskhet; strävhet
snappiness bryskhet; korthet; snäsighet; syrlighet
terseness koncentration; korthet

Wiktionary: korthet


Cross Translation:
FromToVia
korthet shortness Kürze — Sparsamkeit mit Worten