Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. koppel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor koppel (Zweeds) in het Engels

koppel:

koppel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. koppel (hundhalsband; halsband)
    the leash; the bridle; the collar
    • leash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bridle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • collar [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. koppel
    the coupling-strap

Vertaal Matrix voor koppel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bridle halsband; hundhalsband; koppel betsel; ridtyg; skärp; tygel; töm
collar halsband; hundhalsband; koppel halskrage; krage; utrustning
coupling-strap koppel kopplingsband
leash halsband; hundhalsband; koppel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collar stjäla
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
collar haffa

Wiktionary: koppel

koppel
noun
  1. long cord for dogs

Cross Translation:
FromToVia
koppel belt KoppelLeibriemen zur Befestigung von Werkzeug, Pistolen, Munition, Messern

Verwante vertalingen van koppel