Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Engels ->Vertaal käft

Vertaal käft van Zweeds naar Engels

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

käft:
- mouth; muzzle; jaws; orifice; beak; snout; face
Wiktionary:
- käft → mouth, face, chap
- käft → kisser, puss, shut up, jaw, jawbone

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor käft (Zweeds) in het Engels

käft:

käft [-en] zelfstandig naamwoord

käft (mun; nos)
the mouth; the muzzle; the jaws; the orifice
- mouth [the ~] zelfstandig naamwoord
- muzzle [the ~] zelfstandig naamwoord
- jaws [the ~] zelfstandig naamwoord
- orifice [the ~] zelfstandig naamwoord
käft (gap; mun; näbb)
the jaws; the muzzle; the snout; the mouth; the face
- jaws [the ~] zelfstandig naamwoord
- muzzle [the ~] zelfstandig naamwoord
- snout [the ~] zelfstandig naamwoord
- mouth [the ~] zelfstandig naamwoord
- face [the ~] zelfstandig naamwoord
the beak
– beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles) ¹
- beak [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor käft:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beak	gap; käft; mun; näbb	nota; räkning
face	gap; käft; mun; näbb	anlete; anseende; ansikte; ansikte utåt; fasad; fejs; framsida; front; munnen; nylle; typsnitt; utseende; yta
jaws	gap; käft; mun; nos; näbb	munnen
mouth	gap; käft; mun; nos; näbb	munnen; mynning
muzzle	gap; käft; mun; nos; näbb	kran; snok
orifice	käft; mun; nos	munnen
snout	gap; käft; mun; näbb	munnen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
face		konfrontera; modigt möta; möta; ta ställning till
snout		knycka bort; ta ifrån
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beak		fågelnäbb
face		advers; ansiktssida; fejs; rätsida; vetta
muzzle		mule; nosgrimma
snout		mule; snyte; tryne

Synoniemen voor "käft":

håll truten; trut; mun

Wiktionary: käft

käft

noun

the opening of an animal through which food is ingested
- mouth → mun; käft
slang: the mouth
- face → käft
the jaw
- chap → käft

Cross Translation:

From	To	Via
• käft	→ kisser; puss	↔ Fresse — salopp: Mund
• käft	→ shut up	↔ Fresse — abwertend: eine abrupte, kommandoartige Aufforderung, nichts mehr zu sagen, den Mund zu halten
• käft	→ jaw; jawbone	↔ mâchoire — chacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University