Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hår:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hår (Zweeds) in het Engels

hår:

hår [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. hår (huvudhår)
    the hair; the hair of the head
  2. hår
    the hair
    • hair [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hår:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hair huvudhår; hår
hair of the head huvudhår; hår
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hair hårstrå; skäggstrå
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hair hår

Synoniemen voor "hår":


Wiktionary: hår

hår
noun
  1. the collection or mass of filaments growing from the skin of humans and animals
  2. a pigmented keratinaceous growth on the human head

Cross Translation:
FromToVia
hår hair Haarohne Plural: Gesamtheit der Kopfhaare
hår hair Haar — Hornfäden, die auf dem Körper von Menschen und Säugetieren wachsen
hår hair; head of hair chevelure — Ensemble des cheveux
hår hair cheveu — anatomie|fr filament organique synthétiser par l’épiderme du crâne humain.
hår hair poil — zoologie|fr filet délié qui croît sur la peau de la plupart des mammifères et à certains endroits du corps humain.

Verwante vertalingen van hår