Grejor in het Engels vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

grejor:
- clothes; things; items; stuff; goods; articles; possesions; worldly goods; bits and pieces; bits & pieces
Wiktionary:
- grejor → gear, kit, hardware, matériel

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor grejor (Zweeds) in het Engels

grejor (kläder)
the clothes; the things
- clothes [the ~] zelfstandig naamwoord
- things [the ~] zelfstandig naamwoord
grejor (saker; artiklar)
the things; the items; the stuff; the goods; the articles
- things [the ~] zelfstandig naamwoord
- items [the ~] zelfstandig naamwoord
- stuff [the ~] zelfstandig naamwoord
- goods [the ~] zelfstandig naamwoord
- articles [the ~] zelfstandig naamwoord
grejor (besittningar; saker)
the possesions; the worldly goods; the stuff; the things; the bits and pieces; the bits & pieces
- possesions [the ~] zelfstandig naamwoord
- worldly goods [the ~] zelfstandig naamwoord
- stuff [the ~] zelfstandig naamwoord
- things [the ~] zelfstandig naamwoord
- bits and pieces [the ~] zelfstandig naamwoord
- bits & pieces [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
articles	artiklar; grejor; saker	artiklar; gods; handelsvaror; produkter
bits & pieces	besittningar; grejor; saker	små bitar
bits and pieces	besittningar; grejor; saker	små bitar
clothes	grejor; kläder	barnskläder; kläder; klädslar; kostym; plagg; uniform; utstyrslar
goods	artiklar; grejor; saker	artiklar; gods; handelsvaror; produkter; varor
items	artiklar; grejor; saker
possesions	besittningar; grejor; saker
stuff	artiklar; besittningar; grejor; saker	artiklar; brutna stenar; cannabis; gods; handelsvaror; hasch; kalk; material; produkter
things	artiklar; besittningar; grejor; kläder; saker
worldly goods	besittningar; grejor; saker
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stuff		fylla; packa in; proppa; späcka; stoppa; stuva
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stuff		jox; stoff

Cross Translation:

From	To	Via
• grejor	→ gear; kit; hardware; matériel	↔ matériel — ensemble des objets de toute nature qui sont employés à quelque service public, par opposition à personnel, qui s’entend de toutes les personnes attachées à ce même service. Ensemble des matériaux et des outils nécessaires à une fabrication, une [[concep