Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fraktur:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fraktur (Zweeds) in het Engels

fraktur:

fraktur [-en] zelfstandig naamwoord

  1. fraktur (brott)
    the fracture; the break
    • fracture [the ~] zelfstandig naamwoord
    • break [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fraktur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
break brott; fraktur avbrott; flykt; intervall; lunchrast; paus; rast; rymning; räddning; uppehåll
fracture brott; fraktur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
break bli bristfällig; brista; bryta; bryta sönder; dagas; falla sönder; gry; gå av; gå sönder; krossa; ljusna; slänga in; slå i bitar; slå sönder; ta sönder på flit; uppföra sig illa
fracture krossa; slå i bitar
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
break bristning; spräcka; vilopaus
fracture benbrott

Synoniemen voor "fraktur":


Wiktionary: fraktur


Cross Translation:
FromToVia
fraktur fracture FrakturMedizin: Knochenbruch
fraktur blackletter script FrakturDruckereiwesen (verallgemeinernd): alle gebrochenen Schriften

Computer vertaling door derden: