Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. foder:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor foder (Zweeds) in het Engels

foder:

foder [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. foder (invändigt foder; beklädnad)
    the lining
    • lining [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor foder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lining beklädnad; foder; invändigt foder

Synoniemen voor "foder":


Wiktionary: foder

foder
noun
  1. food for animals
  2. food given to (especially herbivorous) animals

Cross Translation:
FromToVia
foder food FraßNahrung für Tiere
foder gorging; eating; feeding; food; muck Fressen(von Tieren; salopp oder emotional, abwertend von Menschen) Vorgang, Handlung, bei dem beziehungsweise bei der gefressen wird
foder tun Fuder — ein Hohlmaß für Wein mit einem Fassungsvermögen von ungefähr eintausend Litern (landschaftlich von 800 bis 1800 Litern variierend)vor allem nach: Lit-Herder: Der Neue Herder in 2 Bänden, Band 1, Spalte 1242, Artikel „Fuder“
foder fodder; feed; forage FutterNahrung der Tiere
foder twin doublure — Étoffe ou toute autre matière dont une autre est doublée

Verwante vertalingen van foder