Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. förmögen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor förmögen (Zweeds) in het Engels

förmögen:

förmögen bijvoeglijk naamwoord

  1. förmögen (vuxen)
    mature; independent

Vertaal Matrix voor förmögen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
independent onberoende; självständig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mature bli vuxen; mogna; växa till sig; åldras
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
independent förmögen; vuxen fri; fritt; oavhängig; oavhängigt; oberoende; självständig; självständigt
mature förmögen; vuxen färdigutvecklad; färdigutvecklat; mogen; moget; vuxen; vuxet
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
independent partilös; partilöst
mature fullmogen

Synoniemen voor "förmögen":


Wiktionary: förmögen

förmögen
adjective
  1. abounding in goods or riches; materially wealthy
  2. rich

Cross Translation:
FromToVia
förmögen wealthy; affluent begütert — großes Vermögen besitzend
förmögen well off; well-to-do betucht — im Besitz von ansehnlichem Vermögen
förmögen wealthy vermögend — ein Vermögen besitzend