Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor entré (Zweeds) in het Engels

entré:

entré [-en] zelfstandig naamwoord

  1. entré (insats; inträde; ankomst)
    the entrance; the entry; the arrival; the incoming; the entering
    • entrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arrival [the ~] zelfstandig naamwoord
    • incoming [the ~] zelfstandig naamwoord
    • entering [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. entré (hall; ingång)
    the portal; the hall
    • portal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hall [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor entré:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrival ankomst; entré; insats; inträde ankommande; ankomst; inträde
entering ankomst; entré; insats; inträde inkommande; inträngande
entrance ankomst; entré; insats; inträde ingång; inträde; intåg
entry ankomst; entré; insats; inträde anmälning; ansökan; huvudord; ingång; inmatning; inträde; intåg; lemma; post; registration; registrering; reservation
hall entré; hall; ingång aula; fiskmarknad; förstuga; hall; riddarsal; rum; rummet på framsidan; sal; stort rum; vestibul
incoming ankomst; entré; insats; inträde
portal entré; hall; ingång fiskmarknad; riddarsal
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incoming inkommande
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrival anländande
entering beträdande
entrance hänföra; hänrycka; inkörsport; inlopp; inträdande
entry inmarsch; uppslagsord
hall tambur
portal portal

Synoniemen voor "entré":


Wiktionary: entré

entré
noun
  1. act of entering
  2. dish served before the main course of a meal
  3. room
  4. doorway that provides a means of entering a building
  5. The place of entering, as a gate or doorway
  6. first course of a meal

Cross Translation:
FromToVia
entré entrance Hauseingang — Eingang eines Hauses
entré entry; entrance; ticket; start; entree; starters; access; admission; admittance; accession entréeendroit par où l’on entrer dans un lieu.

Verwante vertalingen van entré