Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. deg:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor deg (Zweeds) in het Engels

deg:

deg [-en] zelfstandig naamwoord

  1. deg (pengar; stålar; klöver)
    the money; the bread; the cash; the pennies
    • money [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bread [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pennies [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. deg (pasta)
    the paste; the dough
    • paste [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dough [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bread deg; klöver; pengar; stålar bröd; vetebröd; vitt bröd
cash deg; klöver; pengar; stålar cash; handkassa; kontanter; kronor; mynt; pengar; pengar i handen; penning; reda pengar; slant; småpengar; ören
dough deg; pasta
money deg; klöver; pengar; stålar Valuta; kronor; mynt; pengar; penning; slant; småpengar; ören
paste deg; pasta hudkräm; knödel; kräm; nudel; pasta
pennies deg; klöver; pengar; stålar kronor; mynt; pengar; småpengar; ören
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cash betala ut; göra till kontanter; samla in pengar; utbetala
paste häfta; klibba; klistra; klistra in
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
bread brödföda; matbröd; sjaber
cash kassa
dough kosing; schaber
money kassa; kovan; penning
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cash kontant

Synoniemen voor "deg":


Wiktionary: deg

deg
noun
  1. money (slang)
  2. mix of flour and other ingredients

Cross Translation:
FromToVia
deg bread; dough Kiesohne Plural; salopp: (bares) Geld
deg dough Knete — (umgangssprachlich): Geld
deg batter; dough Teig — aus mehreren Zutaten bestehende (häufig dickflüssige) formbare Masse, die meist als Grundstoff für Gebäck dient

Verwante vertalingen van deg