Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. buckla:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor buckla (Zweeds) in het Engels

buckla:

buckla [-en] zelfstandig naamwoord

  1. buckla (bula; märke)
    the dent; the blow
    • dent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blow [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buckla:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow buckla; bula; märke besvikelse; bump; dunk; duns; klapp; klippa till; knackning; knuff; lätt knuff; piskrapp; slag; slag med öppen hand; smäll; snärt; stöt; örfil
dent buckla; bula; märke böld
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow blåsa; blåsa hårt; fladdra; flaxa; flyga omkring; fläkta; flämta; flåsa; flöjta; förstöra; humma; komma undan; sabotera; smita bort; springa bort; suga av; vissla
dent buckla in; bukta; göra ett indrag; trycka in
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dent hak

Synoniemen voor "buckla":


Wiktionary: buckla


Cross Translation:
FromToVia
buckla dent BeuleVertiefung, Delle

Verwante vertalingen van buckla