Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. antenn:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor antenn (Zweeds) in het Engels

antenn:

antenn [-en] zelfstandig naamwoord

  1. antenn (tentakel; känselspröt; palp)
    the tentacle
    • tentacle [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. antenn
    the antenna; the whip aerial; the feeler; the blade; the stem
    • antenna [the ~] zelfstandig naamwoord
    • whip aerial [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feeler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blade [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stem [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor antenn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antenna antenn
blade antenn blad; grässtrå; klinga
feeler antenn kännare; sensor; tentakel
stem antenn för; förstäv; handtag; ordstam; rotord; stäv
tentacle antenn; känselspröt; palp; tentakel fångstarm; grepp armen; kännare; känningsverktyg; sensor; tentakel
whip aerial antenn
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stem hejda; hindra; hämma; motarbeta; stanna; stoppa
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
feeler trevare
stem dämma

Wiktionary: antenn

antenn
noun
  1. feeler organ
  2. device for receiving or transmitting

Cross Translation:
FromToVia
antenn feeler Fühler — Körperteil, das zum Tasten und Fühlen verwendet wird (meist bei Insekten etc.)
antenn antenna AntenneSport: Stäbe zur Spielfeldbegrenzung links und rechts des Volleyballnetzes
antenn antenna; feeler AntenneZoologie: Sinnesorgan einiger Gliederfüßer zum Erfassen der Umwelt
antenn aerial AntenneTechnik: Geräteteil (meist ein Stab aus leitendem Material) zum Empfangen oder Senden von elektromagnetischen Wellen