Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. spegel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spegel (Zweeds) in het Engels

spegel:

spegel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. spegel
    the mirror; the looking glass; the reflector; the glass
  2. spegel
    the dressingtable mirror; the toilet glass

Vertaal Matrix voor spegel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dressingtable mirror spegel
glass spegel dricksglas; fönsterglas; glas; glasvaror; lampglas
looking glass spegel
mirror spegel
reflector spegel reflektor; spegelteleskop
toilet glass spegel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mirror reflektera; spegla; återkasta; återspegla
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
glass sejdel
mirror avspegla
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glass glas-

Wiktionary: spegel

spegel
noun
  1. smooth reflecting surface

Cross Translation:
FromToVia
spegel looking glass; mirror Spiegel — polierte Glas- oder Metallfläche, die Lichtstrahlen reflektiert
spegel mirror glace — Miroir.

Verwante vertalingen van spegel