Ond: vertaling Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

ond:
- evil
- indignant; displeased; upset; annoyed; enraged; vexed; irate; livid; angry
onåd:
- disgrace; disfavour; disfavor
Wiktionary:
- ond → malicious, evil, cross, bad
- ond → evil
- ond → bad, evil, angry, annoyed, miserable, nasty, poor, wrong

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ond (Zweeds) in het Engels

ond:

ond

ond (skadlig; elak 7)
evil
- evil

ond bijvoeglijk naamwoord

ond (förargad; rasande; upprörd)
indignant; displeased; upset; annoyed; enraged; vexed; irate; livid; angry
- indignant bijvoeglijk naamwoord
- displeased bijvoeglijk naamwoord
- upset bijvoeglijk naamwoord
- annoyed bijvoeglijk naamwoord
- enraged bijvoeglijk naamwoord
- vexed bijvoeglijk naamwoord
- irate bijvoeglijk naamwoord
- livid bijvoeglijk naamwoord
- angry bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ond:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
evil		elakt; olycka; skadlig; skadligt
upset		avsky; bestörtning; fruktan; rädsla; skräck
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
upset		enervera; förarga; hindra; irritera; misslyckas; motarbeta; slå omkull; ställa till; störa; stöta omkull; trassla
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angry	förargad; ond; rasande; upprörd	argt; förbannat; ilsken; ilsket; inflammerat; irriterad; irriterat; jätte arg; jätte argt; sur; surt; sårigt; uppretad; uppretat; öm; ömt
annoyed	förargad; ond; rasande; upprörd	arg; argt; förargad; förargat; förbannad; förbannat; ilsket; irriterad; irriterat; misnöjt; störd; stört; upprört; ursinnigt
displeased	förargad; ond; rasande; upprörd	missnöjd
enraged	förargad; ond; rasande; upprörd	arg; argt; förbannad; förbannat; ilsken; ilsket; irriterad; irriterat; sur; surt; uppretad; uppretat; upprört; ursinnigt
indignant	förargad; ond; rasande; upprörd	jätte arg; jätte argt
irate	förargad; ond; rasande; upprörd	arg; argt; förbannad; förbannat; ilsket; irriterad; irriterat; rasande; skitargt; uppretad; uppretat; upprört; ursinnigt; väldigt argt
livid	förargad; ond; rasande; upprörd	uppretad; uppretat
upset	förargad; ond; rasande; upprörd	arg; argt; bestört; förbannad; förbannat; förfärad; förfärat; förvirrad; handfallet; ilsket; irriterad; irriterat; skakad; upprörd; upprört; ursinnigt
vexed	förargad; ond; rasande; upprörd	irriterad
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
displeased		missbelåten; missbelåtet
evil	elak 7; ond; skadlig	ondska; ont
indignant		indignerad; uppbragt
livid		likblek
upset		förtretad; i olag; uppskakad

Synoniemen voor "ond":

illvillig; vredgad; vred; stygg; elak; illasinnad; ondskefull

Wiktionary: ond

ond

adjective

Deliberately harmful; spiteful
- malicious → maliciös; uppsåtlig; ond; elak
intending to harm
- evil → ond; elak
angry, annoyed
- cross → arg; ond; sur
evil, wicked
- bad → ond

noun

evil
- evil → ond; ondska

Cross Translation:

From	To	Via
• ond	→ bad	↔ arg — drückt ein negatives Urteil aus: böse, schlimm
• ond	→ evil	↔ böse — moralisch falsch, nicht gut; bösartig
• ond	→ angry; annoyed	↔ böse — von bösen Gefühlen, Gedanken erfüllt, verleitet, bestimmt; verärgert, wütend
• ond	→ bad; miserable; nasty; poor; evil; wrong	↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable.

onåd:

onåd [-en] zelfstandig naamwoord

onåd (ogunst)
the disgrace; the disfavour; the disfavor
- disgrace [the ~] zelfstandig naamwoord
- disfavour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- disfavor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor onåd:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
disfavor	ogunst; onåd
disfavour	ogunst; onåd
disgrace	ogunst; onåd	blamage; skandal
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
disgrace		dra skam över
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
disfavor		särbehandla
disfavour		särbehandla
disgrace		chikanera; skandalisera; smälek

Remove Ads

Zweedse en Engelse zoekresultaten voor: ond

Uitgebreide vertaling voor ond (Zweeds) in het Engels

ond:

ond

ond (skadlig; elak 7)

ond bijvoeglijk naamwoord

ond (förargad; rasande; upprörd)

Vertaal Matrix voor ond:

Synoniemen voor "ond":

Wiktionary: ond

onåd:

onåd [-en] zelfstandig naamwoord

onåd (ogunst)

Vertaal Matrix voor onåd: