Zweeds
Uitgebreide vertaling voor rak (Zweeds) in het Engels
rak:
-
rak (rättfram; rakt; öppet; frank; frankt; rättframt)
straight; straightforward; open; freely; frank-
straight bijvoeglijk naamwoord
-
straightforward bijvoeglijk naamwoord
-
open bijvoeglijk naamwoord
-
freely bijwoord
-
frank bijvoeglijk naamwoord
-
-
rak (rakt; omedelbar; omedelbart)
-
rak (frimodig; rakt; ärligt; frimodigt)
frank; uninhibited; unabashed; candid-
frank bijvoeglijk naamwoord
-
uninhibited bijvoeglijk naamwoord
-
unabashed bijvoeglijk naamwoord
-
candid bijvoeglijk naamwoord
-
-
rak (rakt; ärligt; öppet; frankt; öppen)
-
rak (ärlig; rakt; ärligt)
Vertaal Matrix voor rak:
Synoniemen voor "rak":
Wiktionary: rak
rak
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rak | → direct | ↔ direkt — in gerader Richtung, ohne Umwege, unmittelbar |
• rak | → straight | ↔ gerade — nicht gebogen oder gekrümmt |
• rak | → direct; straight; straightforward | ↔ direct — Qui est droit, qui ne taire aucun détour. |
• rak | → direct; straight; erect; straightforward; square; right-angle; right; faithful; loyal; upright; staunch; true; trusty; right-hand | ↔ droit — Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la |
råk:
Vertaal Matrix voor råk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
crack | brista; detonation; explosion; knall; rämna; smäll; spricka; sprickande; springa | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
crack | braka; brista; bryta ned hus; bryta upp; bullra; dela; gå av; gå sönder; gå upp; klyfta; klyva; klyvas; knaka; knalla; knastra; krascha; panga; riva hus; rämna; skilja åt; smälla; splittras; spraka; spricka; spricka upp | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
crack | råk | knakning; knäck; kracka; kras; spräcka |
rift | råk |