Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. foster:
  2. Wiktionary:
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. foster:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor foster (Zweeds) in het Engels

foster:

foster [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. foster (embryo)
    the foetus; the fetus; the embryo
    • foetus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fetus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • embryo [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. foster

Vertaal Matrix voor foster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embryo embryo; foster
fetus embryo; foster
foetus embryo; foster
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
embryo and foetus foster

Wiktionary: foster

foster
noun
  1. fetus

Cross Translation:
FromToVia
foster excrescence; monstrosity Ausgeburtabwertend, mit Genitiv: meist schlechtes (neues, junges) Erzeugnis von etwas
foster fetus; foetus Fetus — das ungeborene Kind während der Schwangerschaft, nachdem es innere Organe gebildet hat (etwa nach dem dritten Monat einer Schwangerschaft)
foster fruit FruchtMedizin: kurz für „Leibesfrucht“
foster fetus; foetus fœtus — biologie|fr organisme en voie de développement, chez les animal vivipares. Il a dépassé le stade d’embryon mais n’est pas encore naître.

Verwante vertalingen van foster



Engels

Uitgebreide vertaling voor foster (Engels) in het Zweeds

foster:

foster

  1. foster (cherish)
  2. foster (nurse)

to foster werkwoord (fosters, fostered, fostering)

  1. to foster
    – To encourage or facilitate. 1

Conjugations for foster:

present
  1. foster
  2. foster
  3. fosters
  4. foster
  5. foster
  6. foster
simple past
  1. fostered
  2. fostered
  3. fostered
  4. fostered
  5. fostered
  6. fostered
present perfect
  1. have fostered
  2. have fostered
  3. has fostered
  4. have fostered
  5. have fostered
  6. have fostered
past continuous
  1. was fostering
  2. were fostering
  3. was fostering
  4. were fostering
  5. were fostering
  6. were fostering
future
  1. shall foster
  2. will foster
  3. will foster
  4. shall foster
  5. will foster
  6. will foster
continuous present
  1. am fostering
  2. are fostering
  3. is fostering
  4. are fostering
  5. are fostering
  6. are fostering
subjunctive
  1. be fostered
  2. be fostered
  3. be fostered
  4. be fostered
  5. be fostered
  6. be fostered
diverse
  1. foster!
  2. let's foster!
  3. fostered
  4. fostering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor foster:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
underlätta foster streamline
uppmuntra till foster
- further; nurture
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- surrogate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
omhulda cherish; foster
underlätta facilitate; make easier; make easy
uppamma foster; nurse

Synoniemen voor "foster":


Verwante definities voor "foster":

  1. providing or receiving nurture or parental care though not related by blood or legal ties2
    • foster parent2
    • foster child2
    • foster home2
  2. help develop, help grow2
  3. bring up under fosterage; of children2
  4. promote the growth of2
  5. To encourage or facilitate.1

Wiktionary: foster

foster
adjective
  1. providing parental care to unrelated children

Cross Translation:
FromToVia
foster sköta pflegen — zum Zweck der Erhaltung bzw. Verbesserung eines Zustandes behandeln
foster adoptiv adoptifqui a été adopter.

Foster:


Vertaal Matrix voor Foster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Stephen Collins Foster; Stephen Foster

Verwante definities voor "Foster":

  1. United States songwriter whose songs embody the sentiment of the South before the American Civil War (1826-1864)2

Verwante vertalingen van foster