Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hans:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Hans (Zweeds) in het Engels

hans:

hans bijvoeglijk naamwoord

  1. hans
    its; his; one's
    • its bijvoeglijk naamwoord
    • his bijvoeglijk naamwoord
    • one's bijvoeglijk naamwoord

hans

  1. hans

Vertaal Matrix voor hans:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
his hans
its dess
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
his hans
its hans
one's hans

Wiktionary: hans

hans
en-pron
  1. that which belongs to him
  2. attributive: belonging to him

Cross Translation:
FromToVia
hans his; her; its seineine Form des Possessivpronomens „sein, seine, sein“: drückt das Eigentum, den Besitz einer Person an einer Sache oder Person aus, beziehungsweise umgekehrt die Zugehörigkeit


Wiktionary: Hans

Hans
proper noun
  1. fictional character in Hansel and Gretel

Cross Translation:
FromToVia
Hans Johnny; Hank; Jack Hans — männlicher Vorname

Computer vertaling door derden: