Total: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

total:
- utter
Wiktionary:
- total → wholly, entirely, total, complete

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

total:
- allt
- göra komplett; komplettera; göra fullständig; addera; räkna; summera; räkna ihop
- sammanlagt; sammanlagd
Wiktionary:
- total → summa
- total → alldeles, fullständig, hel, samtliga, hela, total, sammanräkna

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor total (Zweeds) in het Engels

total:

total bijvoeglijk naamwoord

total (fullkomligt; fullkomlig; fullständigt; totalt)
utter
- utter bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor total:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utter		ge uttryck åt; tolka
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utter	fullkomlig; fullkomligt; fullständigt; total; totalt	allt; fruktansvärt; oerhörd; oerhört
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utter		prångla; utprångla

Synoniemen voor "total":

hel; helt; absolut; komplett; sammanlagd; fullkomlig; slutsumma; summa; fullständig; fullbordande

Wiktionary: total

Cross Translation:

From	To	Via
• total	→ wholly; entirely	↔ gänzlich — in vollem Umfang
• total	→ total; complete	↔ total — völlig, vollständig

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van total

Engels

Uitgebreide vertaling voor total (Engels) in het Zweeds

total:

total bijvoeglijk naamwoord

total (completely; complete; fully; utterly; integral; utter)
allt
- allt bijvoeglijk naamwoord

total werkwoord

total (to make complete; replenish; add; fill up; count up)
göra komplett; komplettera; göra fullständig
- göra komplett werkwoord (gör komplett, gjorde komplett, gjort komplett)
- komplettera werkwoord (kompletterar, kompletterade, kompletterat)
- göra fullständig werkwoord (gör fullständig, gjorde fullständig, gjort fullständig)
total (add; count up; tally up)
addera; räkna; summera; räkna ihop
- addera werkwoord (adderar, adderade, adderat)
- räkna werkwoord (räknar, räknade, räknat)
- summera werkwoord (summerar, summerade, summerat)
- räkna ihop werkwoord (räknar ihop, räknade ihop, räknat ihop)

total

total (entire)
sammanlagt; sammanlagd
- sammanlagt
- sammanlagd

Vertaal Matrix voor total:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
räkna		doing sums; making calculations
-	aggregate; amount; sum; totality
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
addera	add; count up; tally up; total	add; bind; combine; mix; put together
göra fullständig	add; count up; fill up; replenish; to make complete; total	better; complete; finish; improve; make better; perfect
göra komplett	add; count up; fill up; replenish; to make complete; total
komplettera	add; count up; fill up; replenish; to make complete; total	better; complete; finish; improve; make better; perfect
räkna	add; count up; tally up; total	count; count off; count out; pay with the exact money
räkna ihop	add; count up; tally up; total
summera	add; count up; tally up; total
-	add up; amount; come; number
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	entire; full
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sammanlagd	entire; total
sammanlagt	entire; total	in all
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allt	complete; completely; fully; integral; total; utter; utterly	all; all of it; anybody; anyone; complete; each; entirely; every; everybody; everyone; everything
komplettera		completed

Verwante woorden van "total":

totaling, totally

Synoniemen voor "total":

entire; full; whole
overall; whole; gross
absolute; unconditioned; unconditional
complete
sum; totality; aggregate; whole; unit
amount; quantity
number; add up; come; amount; be
tot; tot up; sum; sum up; summate; tote up; add; add together; tally; count; number; enumerate; numerate
damage

Verwante definities voor "total":

constituting the full quantity or extent; complete¹
- a total failure¹
complete in extent or degree and in every particular¹
- a total eclipse¹
- a total disaster¹
the whole amount¹
a quantity obtained by the addition of a group of numbers¹
damage beyond the point of repair¹
- My son totaled our new car¹
- the rock star totals his guitar at every concert¹
add up in number or quantity¹

Wiktionary: total

total

noun

amount
- total → summa
sum
- total → summa

Cross Translation:

From	To	Via
• total	→ alldeles; fullständig; hel	↔ ganz — alles davon, nicht nur ein Teil
• total	→ samtliga; hela	↔ gesamt — alle zugehörigen Dinge und/oder Personen zusammengenommen
• total	→ total	↔ total — völlig, vollständig
• total	→ sammanräkna	↔ totaliser — additionner plusieurs nombres.

Computer vertaling door derden:

Zweedse en Engelse zoekresultaten voor: total

Uitgebreide vertaling voor total (Zweeds) in het Engels

total:

total bijvoeglijk naamwoord

total (fullkomligt; fullkomlig; fullständigt; totalt)

Vertaal Matrix voor total:

Synoniemen voor "total":

Wiktionary: total

Verwante vertalingen van total

Uitgebreide vertaling voor total (Engels) in het Zweeds

total:

total bijvoeglijk naamwoord

total (completely; complete; fully; utterly; integral; utter)

total werkwoord

total (to make complete; replenish; add; fill up; count up)

total (add; count up; tally up)

total

total (entire)

Vertaal Matrix voor total:

Verwante woorden van "total":

Synoniemen voor "total":

Verwante definities voor "total":

Wiktionary: total

Verwante vertalingen van total