Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Engels ->Zoek: minus

Zweedse en Engelse zoekresultaten voor: minus

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

minus:
- minus sign; minus
minus-:
- minus
Wiktionary:
- minus → minus sign, minus
- minus → minus
- minus → minus
- minus → below
- minus → minus sign, deficit, minus

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

minus:
- minus-
- minus; minustecken
Wiktionary:
- minus → brist, minus, negativ kvantitet
- minus → minus, negativ
- minus → minus
- minus → minus

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor minus (Zweeds) in het Engels

minus:

minus [-ett] zelfstandig naamwoord

minus (minustecken)
the minus sign; the minus
- minus sign [the ~] zelfstandig naamwoord
- minus [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor minus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minus	minus; minustecken
minus sign	minus; minustecken	kort tankstreck
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minus		minus-
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minus sign		subtraktionstecken

Synoniemen voor "minus":

subtrahera

Wiktionary: minus

minus

noun

symbol used to denote the operation of subtraction and to indicate that a number is negative
- minus sign → minustecken; minus
defect or deficiency
- minus → brist; minus

adjective

ranking just below a designated rating
- minus → minus
on the negative part of a scale
- minus → minus

en-con

mathematics: less
- minus → minus

adverb

of a temperature: below zero
- below → minus

Cross Translation:

From	To	Via
• minus	→ minus sign	↔ minteken — (wiskunde, nld) het symbool - om een aftrekking of een negatief getal aan te duiden
• minus	→ deficit	↔ Miese — salopp: der Betrag, der bei der Abrechnung beziehungsweise Endabrechnung fehlt
• minus	→ minus	↔ Minus — ohne Plural: Fehlendes bei einer Abrechnung
• minus	→ minus	↔ minus — weniger

minus-:

minus- bijvoeglijk naamwoord

minus-
minus
- minus bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor minus-:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minus		minus; minustecken
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minus	minus-

Verwante vertalingen van minus

minus-

Engels

Uitgebreide vertaling voor minus (Engels) in het Zweeds

minus:

minus bijvoeglijk naamwoord

minus
minus-
- minus- bijvoeglijk naamwoord

minus [the ~] zelfstandig naamwoord

the minus (minus sign)
minus; minustecken
- minus [-ett] zelfstandig naamwoord
- minustecken [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor minus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minus	minus; minus sign
minustecken	minus; minus sign
-	subtraction
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	negative
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minus-	minus

Verwante woorden van "minus":

minuses

Synoniemen voor "minus":

negative
negative; disadvantageous; harmful
subtraction; arithmetic operation

Antoniemen van "minus":

plus

Verwante definities voor "minus":

involving disadvantage or harm¹
- minus (or negative) factors¹
on the negative side or lower end of a scale¹
- minus 5 degrees¹
- a grade of B minus¹
an arithmetic operation in which the difference between two numbers is calculated¹
- four minus three equals one¹

Wiktionary: minus

minus

noun

defect or deficiency
- minus → brist; minus
mathematics: negative quantity
- minus → negativ kvantitet

adjective

ranking just below a designated rating
- minus → minus
on the negative part of a scale
- minus → minus
negative
- minus → negativ

en-con

mathematics: less
- minus → minus

Cross Translation:

From	To	Via
• minus	→ minus	↔ Minus — ohne Plural: Fehlendes bei einer Abrechnung
• minus	→ minus	↔ minus — weniger

Verwante vertalingen van minus

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University