Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. blick:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor blick (Zweeds) in het Engels

blick:

blick [-en] zelfstandig naamwoord

  1. blick (titt)
    the look
    • look [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
look blick; titt anblick; ansiktsuttryck; framträdande; min; syn; titt; uttryck; åsyn; ögonkast
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
look betrakta; inspektera; kasta en blick på; lika som; se på; se ut att; se ut som; snegla; titta; tyckas; verka; verka vara
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
look blicka; uppsyn

Synoniemen voor "blick":


Wiktionary: blick

blick
noun
  1. facial expression
  2. action of looking

Cross Translation:
FromToVia
blick look Blick — Augenausdruck
blick peek; glance; peep; glimpse; view Blick — (kurzes) Betrachten; Anschauen; das Erfassen von etwas mit den Augen
blick view Blick — Sichtweise; Einsicht
blick glance; look coup d’œil — Regard prompt

Verwante vertalingen van blick