Stav: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

stav:
- jumping-pole; vaulting-pole; truncheon; stave; stick; rod; bar; baton; cane; club
stäv:
- bow; prow; stem
Wiktionary:
- stav → baton, pole, rod, staff, stick
- stav → stave, bar, staff, stick, wand, rod, spar, baton, cane, leg, reed, fishing rod, walking stick
- stäv → bow, stem

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stav (Zweeds) in het Engels

stav (stavhoppsstav)
the jumping-pole; the vaulting-pole
- jumping-pole [the ~] zelfstandig naamwoord
- vaulting-pole [the ~] zelfstandig naamwoord
stav (stång; käpp)
the truncheon; the stave; the stick; the rod; the bar; the baton; the cane; the club
- truncheon [the ~] zelfstandig naamwoord
- stave [the ~] zelfstandig naamwoord
- stick [the ~] zelfstandig naamwoord
- rod [the ~] zelfstandig naamwoord
- bar [the ~] zelfstandig naamwoord
- baton [the ~] zelfstandig naamwoord
- cane [the ~] zelfstandig naamwoord
- club [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bar	käpp; stav; stång	bar; barriär; barskåp; bjälke; chokladstång; kaffebar; kafé; krog; ribba; servering; skänkrum; spak; stång; vägspärr
baton	käpp; stav; stång	batong; gummibatong; klubba; taktpinne
cane	käpp; stav; stång	käpp; rotting; rör; sockerrör; spö
club	käpp; stav; stång	batong; cirkel; förbund; förening; gille; golfklubba; klubb; klubba; krets; samfund; sammanslutning; sällskap
jumping-pole	stav; stavhoppsstav
rod	käpp; stav; stång	käpp; penis; snopp; stång
stave	käpp; stav; stång	strof
stick	käpp; stav; stång	gren; hockyklubba; hög fot; klubba; knutpiska; kvist; lägg; skaft; slagträ; spö; växel; ättling
truncheon	käpp; stav; stång	batong; gummibatong
vaulting-pole	stav; stavhoppsstav
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bar		barrikadera; blokkera; bomma för; regla; spärra; spärra av
stick		fastna; fästa ihop; förbli fäst vid; försoffas; häfta; hålla fast vid; hålla tillsammans; klibba; klibba fast; klibba samman; klistra; klistra ihop; knycka bort; köra fast; limma; limma ihop; limma samman; sintra ihop; stagnera; stelna; sticka; ta ifrån; vara fast; vara fastbunden
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baton		knutpiska
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cane		karbas
rod		kantlist; puffra; ten
stick		risa
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cane		vasstrå

stav

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• stav	→ stave	↔ Daube — gebogener Seitenwandteil des Fasses
• stav	→ bar	↔ Stab — längliches Metallstück, zum Beispiel aus Eisen, Stahl, Gold oder Silber
• stav	→ staff	↔ Stab — länglicher zylindrischer Gegenstand
• stav	→ stick; wand	↔ baguette — Petit bâton mince
• stav	→ stick; rod; staff; stave; spar; baton; cane	↔ bâton — Morceau de bois assez long
• stav	→ cane; leg; reed; fishing rod; baton; walking stick; staff	↔ canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.

stäv (förstäv; för)
the bow; the prow; the stem
- bow [the ~] zelfstandig naamwoord
- prow [the ~] zelfstandig naamwoord
- stem [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bow	för; förstäv; stäv	armborst; bocka; bugning; båge; bågskytte; fiolstråke; korsbåge; niga; stråke
prow	för; förstäv; stäv
stem	för; förstäv; stäv	antenn; handtag; ordstam; rotord
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bow		bocka; buga; böja; böja sig; gå i en båge; knixa; niga; svänga
stem		hejda; hindra; hämma; motarbeta; stanna; stoppa
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bow		buktighet; pilbåge
stem		dämma

stäv

noun