Zweeds
Uitgebreide vertaling voor elak (Zweeds) in het Engels
elak:
-
elak (lågt; ont; nedrigt; låg; elakt)
mean; vile; pedestrian-
mean bijvoeglijk naamwoord
-
vile bijvoeglijk naamwoord
-
pedestrian bijvoeglijk naamwoord
-
-
elak (fördärvad; elakt; bristfälligt; fördärvat)
-
elak (med onda avsikter; falsk; lågt; falskt; elakt)
malicious; badly; vicious; false; evil-minded; low; with evil intention-
malicious bijvoeglijk naamwoord
-
badly bijwoord
-
vicious bijvoeglijk naamwoord
-
false bijvoeglijk naamwoord
-
evil-minded bijvoeglijk naamwoord
-
low bijvoeglijk naamwoord
-
with evil intention bijvoeglijk naamwoord
-
-
elak (perverterad; stygg; elakt; styggt; orättfärdigt; korrumperad; gudlös; ondskefullt; gudlöst)
unattended; perverted; wicked; depraved; corrupt; degenerate; abandoned; ownerless-
unattended bijvoeglijk naamwoord
-
perverted bijvoeglijk naamwoord
-
wicked bijvoeglijk naamwoord
-
depraved bijvoeglijk naamwoord
-
corrupt bijvoeglijk naamwoord
-
degenerate bijvoeglijk naamwoord
-
abandoned bijvoeglijk naamwoord
-
ownerless bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor elak:
Synoniemen voor "elak":
Wiktionary: elak
elak
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• elak | → bad | ↔ arg — drückt ein negatives Urteil aus: böse, schlimm |
• elak | → malevolent; vicious; wicked | ↔ boshaft — mit grundlegend bösem Charakter |
• elak | → malign; malevolent | ↔ bösartig — böse, schlecht geartet |
• elak | → evil | ↔ böse — moralisch falsch, nicht gut; bösartig |
• elak | → beastly; bad; nasty; mean; foul; bloody; villainous; ugly | ↔ garstig — adjektivischer Gebrauch: sehr unfreundlich |
• elak | → malicious; spiteful | ↔ gehässig — jemand anderem Übles wünschend |
• elak | → vile | ↔ niederträchtig — auf bewusste Weise böse, hinterlistig, boshaft |