Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. den:
  2. öden:
  3. Wiktionary:
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. den:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor den (Zweeds) in het Engels

den:

den

  1. den (det)

Vertaal Matrix voor den:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
the den; det det
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
the det

Wiktionary: den

den
en-cont
  1. it is
en-pron
  1. object
  2. subject — inanimate thing
  3. that thing
noun
  1. billiards, snooker, pool
  2. on or near the same date (in the past or in the future)
en-det
  1. what is being indicated
article
  1. article
  2. used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
  3. stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
  4. with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”
  5. with a superlative
determiner
  1. known (thing) just mentioned
  2. known (thing) about to be mentioned
  3. known (thing) that the speaker does not think is known to the audience

Cross Translation:
FromToVia
den it het — 3e persoon enkelvoud onzijdig
den it esPersonalpronomen 3. Person Neutrum Singular
den it ihmPersonalpronomen 3. Person Neutrum Singular Dativ
den that; those jener — verweist auf das räumlich entferntere von mindestens zwei Objekten
den it il — Explétif
den him; her; it le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne

öden:

öden zelfstandig naamwoord

  1. öden (märkliga händelser; skickelser)
    the fortunes; the adventures

Vertaal Matrix voor öden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adventures märkliga händelser; skickelser; öden prövningar; äventyr
fortunes märkliga händelser; skickelser; öden

Verwante vertalingen van den



Engels

Uitgebreide vertaling voor den (Engels) in het Zweeds

den:

den [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the den (shed; hut; hovel)
    kula; håla; lya; tillhåll
    • kula [-en] zelfstandig naamwoord
    • håla [-en] zelfstandig naamwoord
    • lya [-en] zelfstandig naamwoord
    • tillhåll [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the den (lair; hole; burrow)
    håla; mysrum
    • håla [-en] zelfstandig naamwoord
    • mysrum [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. the den (slum dwelling; shed; dump; slum; hut)
    kåk; ruckel
    • kåk [-en] zelfstandig naamwoord
    • ruckel [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor den:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
håla burrow; den; hole; hovel; hut; lair; shed burrow; cave; cavern; grotto; hole; nest; socket
kula den; hovel; hut; shed bullet; knob; paunch; rumen
kåk den; dump; hut; shed; slum; slum dwelling
lya den; hovel; hut; shed burrow; hole; nest
mysrum burrow; den; hole; lair
ruckel den; dump; hut; shed; slum; slum dwelling
tillhåll den; hovel; hut; shed haunt; hiding-place
- hideaway; hideout; lair

Synoniemen voor "den":


Verwante definities voor "den":

  1. a room that is comfortable and secluded1
  2. a unit of 8 to 10 cub scouts1
  3. a hiding place; usually a remote place used by outlaws1
  4. the habitation of wild animals1

Wiktionary: den

den
noun
  1. home of certain animals

Cross Translation:
FromToVia
den kyffe; näste nid — abri d’oiseau
den gryt; kula tanière — Habitat souterrain de bêtes sauvages

Verwante vertalingen van den