Overzicht
Zweeds naar Engels: Meer gegevens...
- smart:
- SMART:
- smärt:
- Wiktionary:
Engels naar Zweeds: Meer gegevens...
-
smart:
- begåvad; smart; skickligt; bildad; förståndig; klokt; kvick; talangfull; fyndigt; kvickt; begåvat; talangfullt; snygg; snyggt; stilig; stiligt; klipsk; slug; intelligent; klok; klyftigt; skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt; vaken; snabb; snabbt; vaket; elegant; smakfullt; prydlig; prydligt; vass; skarpt; vasst; skärpt; fin; fint
- fiffig; svida; klatschig; parant; sprättig; ärtig
- SMART:
- Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor smart (Zweeds) in het Engels
smart:
-
smart
-
smart (begåvad; skickligt)
-
smart (bildad)
erudite; intelligent; smart; educated; clever-
erudite bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
smart bijvoeglijk naamwoord
-
educated bijvoeglijk naamwoord
-
clever bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (klok; klokt; klyftigt)
-
smart (klok; talangfull; klokt; talangfullt; begåvat)
-
smart (genie)
Vertaal Matrix voor smart:
Synoniemen voor "smart":
SMART:
-
SMART (Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology)
the self-monitoring, analysis, and reporting technology; the SMART– An industry-standard, reliability-prediction indicator for both IDE/ATA and SCSI hard disk drives. SMART provides early warning for some hard disk drive failures so that critical data can be protected. 2
Vertaal Matrix voor SMART:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
SMART | SMART; Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology | |
self-monitoring, analysis, and reporting technology | SMART; Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology |
smärt:
-
smärt (getinglik; smalt; getinglikt)
Vertaal Matrix voor smärt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
waspish | getinglik; getinglikt; smalt; smärt | drygt; getingaktig; getingaktigt; högfärdig; högfärdigt; mallig; malligt; stursk; sturskt; viktigt |
Synoniemen voor "smärt":
Verwante vertalingen van smart
Engels
Uitgebreide vertaling voor smart (Engels) in het Zweeds
smart:
-
smart (canny; shrewd; wily; sly)
-
smart (educated; erudite; intelligent; clever)
-
smart (sensible; wise; right-thinking; sane; clever; bright; intelligent)
förståndig; klokt; begåvad; kvick; talangfull; fyndigt; kvickt; begåvat; talangfullt-
förståndig bijvoeglijk naamwoord
-
klokt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvad bijvoeglijk naamwoord
-
kvick bijvoeglijk naamwoord
-
talangfull bijvoeglijk naamwoord
-
fyndigt bijvoeglijk naamwoord
-
kvickt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvat bijvoeglijk naamwoord
-
talangfullt bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (handsome; bright)
-
smart (perky; astute; clever; resourceful; wily; bright; sharp)
-
smart (intelligent; knowledgable; bright; wise; sensible; brainy; clever; sharp; brilliant)
klipsk; slug; intelligent-
klipsk bijvoeglijk naamwoord
-
slug bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (wise; clever)
-
smart (astute; clever; intelligent; wise; bright; ingenious; sagacious; skilful; sly; wily; crafty; shrewd; skillful)
skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt-
skarpsinnigt bijvoeglijk naamwoord
-
knipslug bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
listigt bijvoeglijk naamwoord
-
knipslugt bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (alert; agile; brisk; rapid; quick)
-
smart (stylish; aesthetic; sophisticated; elegant; graceful; tasteful; classy; glamorous; classical; in good style; in good taste; glamourous; esthetic)
-
smart (elegant)
-
smart (clever; astute; resourceful; crafty; shrewd; wily; sly)
intelligent-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (natty; spick and span; top-notch; tip-top; slick; posh; swell; first-class; first-rate)
-
smart (bright; clever; sharp)
klok; smart; talangfull; klokt; begåvat; talangfullt-
klok bijvoeglijk naamwoord
-
smart bijvoeglijk naamwoord
-
talangfull bijvoeglijk naamwoord
-
klokt bijvoeglijk naamwoord
-
begåvat bijvoeglijk naamwoord
-
talangfullt bijvoeglijk naamwoord
-
-
smart (sharp; nimble; clever; quick)
-
smart (spruce)
-
smart
-
smart
-
smart (witty; striking)
-
smart (very elegant; striking; stylish)
-
smart (smartly dressed; dandified; foppish)
-
smart (chic)
Vertaal Matrix voor smart:
Verwante woorden van "smart":
Synoniemen voor "smart":
Antoniemen van "smart":
Verwante definities voor "smart":
Wiktionary: smart
smart
Cross Translation:
verb
adjective
-
exhibiting intellectual knowledge, such as that found in books
-
-
- smart → klyftig; intelligent
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• smart | → smart | ↔ clever — schlau, gewitzt |
• smart | → skärpt; klipsk | ↔ hell — klug |
• smart | → duktig; smart; duglig | ↔ patent — geschickt, tüchtig, praktisch, brauchbar |
• smart | → skicklig | ↔ adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général). |
• smart | → fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug | ↔ artificieux — littéraire|fr péjoratif|fr Qui est plein d’artifice, de ruse. |
• smart | → fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug | ↔ astucieux — Qui a de l’astuce. |
• smart | → fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug | ↔ rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses. |
SMART:
-
the SMART (self-monitoring, analysis, and reporting technology)
– An industry-standard, reliability-prediction indicator for both IDE/ATA and SCSI hard disk drives. SMART provides early warning for some hard disk drive failures so that critical data can be protected. 2
Vertaal Matrix voor SMART:
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
SMART | SMART; self-monitoring, analysis, and reporting technology | |
Self-Monitoring, Analysis and Reporting Technology | SMART; self-monitoring, analysis, and reporting technology |