Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. var:
  2. vår:
  3. Wiktionary:
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. VAR:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor var (Zweeds) in het Engels

var:

var bijvoeglijk naamwoord

  1. var
    where
    • where bijvoeglijk naamwoord

var [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. var (medicin var)
    the pus
    • pus [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor var:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pus medicin var; var
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pus sårvätska
where varest; varthän; vartåt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
where var vart

Synoniemen voor "var":


Wiktionary: var

var
en-det
  1. all of a countable group
  2. per
noun
  1. fluid found in regions of infection
en-con
  1. at or in which place
  2. legal: in the situation in which
adverb
  1. at what place; to what place; from what place

Cross Translation:
FromToVia
var where waar — op welke plaats
var pus EiterMedizin: weiß-gelbliche Körperflüssigkeit, die sich bei Entzündungen bildet

vår:

vår bijvoeglijk naamwoord

  1. vår (vårt)
    our
    • our bijvoeglijk naamwoord
  2. vår
    ours
    • ours bijvoeglijk naamwoord

vår [-en] zelfstandig naamwoord

  1. vår
    the spring; the springtime; the vernal season; the springtide

Vertaal Matrix voor vår:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spring vår flodens källa; flodkälla; källa
springtide vår
springtime vår
vernal season vår
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spring fjädra; komma ur frö; studsa
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
spring förår; resår; språng; svikt; välla
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
our vår; vårt för vår del
ours vår för vår del

Wiktionary: vår

vår
en-pron
  1. belonging to us
  2. that which belongs to us
noun
  1. first season

Cross Translation:
FromToVia
vår spring Frühjahr — eine der vier Jahreszeiten der gemäßigten Zonen
vår spring; springtime Frühling — eine der vier Jahreszeiten der gemäßigten Zonen
vår our unser — Form des Possessivpronomens „unser, uns[e]re, unser“: Zeigt den Besitz, das Eigentum oder die Zugehörigkeit einer Person beziehungsweise Sache zu einer Gruppe an, der der Sprecher angehört
vår ours le nôtrepossessif de la première personne du pluriel au masculin singulier : Ce qui est à nous.
vår spring printemps — L’une des quatre saisons de l’année, entre l’hiver et l’été. Dans l’hémisphère nord, le printemps astronomique s’étend du 7 février au 7 mai, l’équinoxe de printemps représentant le milieu du printemps. Le printemps météorologique (demi-saison se trouvant entre les saison

Verwante vertalingen van var



Engels

Uitgebreide vertaling voor var (Engels) in het Zweeds

var:


Vertaal Matrix voor var:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- volt-ampere

Synoniemen voor "var":


Verwante definities voor "var":

  1. a unit of electrical power in an AC circuit equal to the power dissipated when 1 volt produces a current of 1 ampere1

var.:


Vertaal Matrix voor var.:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- form; strain; variant

Synoniemen voor "var.":


Verwante definities voor "var.":

  1. (biology) a group of organisms within a species that differ in trivial ways from similar groups1

VAR:

VAR [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the VAR (value-added reseller)
    – A company that adds features or customizations to an existing product and then re-sells that product to a customer. 2

Vertaal Matrix voor VAR:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
VAR-återförsäljare VAR; value-added reseller
Value-Added Reseller VAR; value-added reseller

Verwante definities voor "VAR":

  1. A company that adds features or customizations to an existing product and then re-sells that product to a customer.2