Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: spak

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: spak

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

spak:
- Hebebaum; Winde; Schraubenwinde; Querbalken; Querholz
Wiktionary:
- spak → Hebel
- spak → zahm

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spak (Zweeds) in het Duits

spak:

spak [-en] zelfstandig naamwoord

spak (hävarm; handtag)
der Hebebaum
- Hebebaum [der ~] zelfstandig naamwoord
spak (spett; hävstång)
die Winde; die Schraubenwinde
- Winde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schraubenwinde [die ~] zelfstandig naamwoord
spak (stång)
der Querbalken; Querholz
- Querbalken [der ~] zelfstandig naamwoord
- Querholz [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spak:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Hebebaum	handtag; hävarm; spak	domkraft; hissblock; hävstång; skruvdomkraft; ställning; talja; underlag
Querbalken	spak; stång	huvudbalk; huvudbjälke; tvärbalkar
Querholz	spak; stång
Schraubenwinde	hävstång; spak; spett
Winde	hävstång; spak; spett	domkraft; vindar; vinsch

Synoniemen voor "spak":

reglerhandtag; handtag

Wiktionary: spak

spak

noun

Schaltinstrument an einer Maschine
- Hebel → spak

adjective

Tiere: an den Kontakt mit Menschen gewöhnt, friedlich gegenüber Menschen, dem Menschen trauend
- zahm → tam; spak