Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: sold

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: sold

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

sold:
- Wiktionary:
  sold → Besoldung
  sold → Gage, Gehalt, Salär

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Sold:
- tjänst; favör; soldatlön

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sold (Zweeds) in het Duits

Wiktionary: sold

sold

noun

Dienstbezug eines im Staatsdienst Angestellten (zum Beispiel Soldat, Richter, Beamter)
- Besoldung → sold; lön

Cross Translation:

From	To	Via
• sold	→ Gage; Gehalt; Salär	↔ salaire — rémunération pour un travail.

Duits

Uitgebreide vertaling voor sold (Duits) in het Zweeds

Sold:

Sold [der ~] zelfstandig naamwoord

der Sold (Gunst; Dienst; Gefälligkeit; Stelle; Zuwendung; Stiftung; Spende; Schenkung)
tjänst; favör
- tjänst [-en] zelfstandig naamwoord
- favör [-en] zelfstandig naamwoord
der Sold
soldatlön
- soldatlön zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sold:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
favör	Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung
soldatlön	Sold
tjänst	Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung	Beihilfe; Beistand; Dienst; Dienstleistung; Familienhilfe; Fürsorge; Hilfe; Hilfeleistung; Kundendienst; Pflicht; Service; Unterstützung

Synoniemen voor "Sold":

Abgeltung; Arbeitsentgelt; Aufwandsentschädigung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Entgelt; Entlohnung; Gage; Gehalt; Gratifikation; Honorar; Kostenerstattung; Lohn; Lohntüte; Salair; Salär; Tantieme; Vergütung