Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: plantering

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: plantering

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

plantering:
- Anbauen; Anpflanzen; Bepflanzung; Vegetation; Anpflanzung
Wiktionary:
- plantering → Bepflanzung, Anpflanzung

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor plantering (Zweeds) in het Duits

plantering:

plantering [-en] zelfstandig naamwoord

plantering (grundande; plage)
Anbauen; Anpflanzen
- Anbauen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Anpflanzen [das ~] zelfstandig naamwoord
plantering (vegetation)
die Bepflanzung; die Vegetation
- Bepflanzung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vegetation [die ~] zelfstandig naamwoord
plantering
die Anpflanzung
- Anpflanzung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plantering:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anbauen	grundande; plage; plantering	förbättringar; jordbrukande; odlande; plantage; stimulanser; uppfödning
Anpflanzen	grundande; plage; plantering	jordbrukande; odlande; övertäckning
Anpflanzung	plantering	jordbrukande; odlande; plantande; planterande; övertäckning
Bepflanzung	plantering; vegetation	vegetation; växtlighet; växtliv
Vegetation	plantering; vegetation	vegetation; växtlighet; växtliv

Wiktionary: plantering

plantering

noun

die Gesamtheit von Blumen, Sträucher, Bäumen oder Ähnlichem, die an einem bestimmten Ort gepflanzt worden sind
- Bepflanzung → plantering
das Bepflanzen beziehungsweise das Versehen mit Pflanzen
- Bepflanzung → plantering
Stück Land, auf dem Pflanzen eingesetzt wurden
- Anpflanzung → plantering
Einsetzung von Pflanzen
- Anpflanzung → plantering

Duits

Uitgebreide vertaling voor plantering (Duits) in het Zweeds

plantering: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

planen: planera; plannera; göra planer; uppfinna; konstruera; hitta på; schemalägga
Ring: slags juveler; ring; cirkel; cirkus; rondell; pärldiadem