Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: passabel

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: passabel

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

passabel:
- Wiktionary:
  passabel → passabel

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

passabel:
- Wiktionary:
  passabel → passabel, skaplig, hygglig, acceptabel
  passabel → bra, okej, dräglig, acceptabel
- Synoniemen voor "passabel":
  einigermaßen; ganz; halb; halbwegs; hinlänglich; mäßig; recht; relativ; unvollkommen; vergleichsweise; ziemlich
  akzeptabel; fair; in Ordnung

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor passabel (Zweeds) in het Duits

Wiktionary: passabel

passabel

adjective

akzeptabel, annehmbar
- passabel → passabel; skaplig; hygglig; acceptabel

Duits

Uitgebreide vertaling voor passabel (Duits) in het Zweeds

passabel: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Paß: bankkort; kontantuttagskort; bergstig; pass; fribiljett; passersedel; identifikationskort
Säbel: svärd; sabel; florett

passabel:

Synoniemen voor "passabel":

einigermaßen; ganz; halb; halbwegs; hinlänglich; mäßig; recht; relativ; unvollkommen; vergleichsweise; ziemlich
akzeptabel; fair; in Ordnung

Wiktionary: passabel

passabel

adjective

akzeptabel, annehmbar
- passabel → passabel; skaplig; hygglig; acceptabel

Cross Translation:

From	To	Via
• passabel	→ bra	↔ fine — being acceptable, adequate, passable, or satisfactory
• passabel	→ okej; dräglig; acceptabel	↔ tolerable — Moderate in degree; mediocre; passable, acceptable or so-so