Zweeds
Uitgebreide vertaling voor vresigt (Zweeds) in het Duits
vresigt:
-
vresigt (på dåligt humör; vresig)
schlecht gelaunt-
schlecht gelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
vresigt (knarrigt; knarrig; butter; buttert)
-
vresigt (butter; vresig; knarrigt; buttert)
knurrig; barsch; brüsk; sauertöpfisch; griesgrämig; schlechtgelaunt-
knurrig bijvoeglijk naamwoord
-
barsch bijvoeglijk naamwoord
-
brüsk bijvoeglijk naamwoord
-
sauertöpfisch bijvoeglijk naamwoord
-
griesgrämig bijvoeglijk naamwoord
-
schlechtgelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
-
vresigt (vresig)
-
vresigt (irriterad; gnälligt; retligt; knarrigt; kinkigt; gnällig; vresig)
schlechtgelaunt ohne Grund-
schlechtgelaunt ohne Grund bijvoeglijk naamwoord
-
-
vresigt (vara på dåligt humör)
schlecht gelaunt; mürrisch; launisch; nörgelig; übellaunig; launenhaft-
schlecht gelaunt bijvoeglijk naamwoord
-
mürrisch bijvoeglijk naamwoord
-
launisch bijvoeglijk naamwoord
-
nörgelig bijvoeglijk naamwoord
-
übellaunig bijvoeglijk naamwoord
-
launenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
-
vresigt (vresig; tvär; tvärt; surmulet)