Vink in het Duits vertaald uit het Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

vink:
- Geste; Gebärde; Zeichen; Signal; Wink; Zeiger; Auftrag; Anweisung; Erlaß; Instruktion; Kommando; Weisung; Befehl; Zwangsbefehl

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vink (Zweeds) in het Duits

vink:

vink [-en] zelfstandig naamwoord

vink (gest; signal; tecken)
die Geste; die Gebärde; Zeichen; Signal; der Wink
- Geste [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gebärde [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zeichen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Signal [das ~] zelfstandig naamwoord
- Wink [der ~] zelfstandig naamwoord
vink (fingervisning; påpekande; förslag; tips)
der Zeiger
- Zeiger [der ~] zelfstandig naamwoord
vink (befallning; order; instruktion; uppgift; anvisning; stickreplik)
der Auftrag; die Anweisung; der Erlaß; die Instruktion; Kommando; die Weisung; der Befehl; der Zwangsbefehl
- Auftrag [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anweisung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erlaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Instruktion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kommando [das ~] zelfstandig naamwoord
- Weisung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Befehl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zwangsbefehl [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vink:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anweisung	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	anvisning; föreskrift; instruktion; undervisning; åtgärdssats
Auftrag	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	befallning; försäljningsorder; instruktion; jobb; kommando; mandat; order; uppdrag
Befehl	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	befallning; kommando
Erlaß	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	anträffbarhet; avgörande; beslut; dekret; förklaring; genomslagskopia; påpud; statsfullmäktigebeslut; tillgänglighet; tillgång; uppdrag
Gebärde	gest; signal; tecken; vink
Geste	gest; signal; tecken; vink	gest
Instruktion	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	anvisning; föreskrift; instruktion; undervisning; uppklarning
Kommando	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink	befallning; kommando; kommendering; order
Signal	gest; signal; tecken; vink	signal; tecken; trafikfyr
Weisung	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink
Wink	gest; signal; tecken; vink	allusion; anspelning; fingervisning; hint; hänsyftning; indikation; ledtråd; signal; spår; startpunkt; tecken; tips; utgångspunkt
Zeichen	gest; signal; tecken; vink	bilplåt; emblem; märke; nummerplåt; signal; sort; tecken; varumärke
Zeiger	fingervisning; förslag; påpekande; tips; vink	markör; pekare
Zwangsbefehl	anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink

Synoniemen voor "vink":

tips; föraning; tecken; invit; fingervisning; antyda; antydan; antydning

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal vink van Zweeds naar Duits

Uitgebreide vertaling voor vink (Zweeds) in het Duits

vink:

vink [-en] zelfstandig naamwoord

vink (gest; signal; tecken)

vink (fingervisning; påpekande; förslag; tips)

vink (befallning; order; instruktion; uppgift; anvisning; stickreplik)

Vertaal Matrix voor vink:

Synoniemen voor "vink":