Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor varor (Zweeds) in het Duits

varor:

varor zelfstandig naamwoord

  1. varor (handelsvaror; gods)
    die Ware; die Güter; die Handelsware
    • Ware [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Güter [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Handelsware [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. varor
    die Güte; die Milde
    • Güte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Milde [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. varor (handelsvaror)
    die Güter; die Ware; die Handelsgüter; die Handelsware; die Kaufware

Vertaal Matrix voor varor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Güte varor barmhärtighet; frivillighet; förbarmande; mildhet; storsinthet; tjänstvillighet; tolerans; tålamod; villighet; överseende
Güter gods; handelsvaror; varor artiklar; besittningar; fast egendom; fastighet; grejor; råvaror; saker
Handelsgüter handelsvaror; varor handelsvaror; råvaror
Handelsware gods; handelsvaror; varor artiklar; gods; handelsvara; handelsvaror; konsumtionsvara; produkter; råvaror; vara
Kaufware handelsvaror; varor artiklar; gods; handelsvara; handelsvaror; produkter; råvaror; vara
Milde varor barmhärtighet; bort skämmighet; förbarmande; mildhet; överseende
Ware gods; handelsvaror; varor artikel; punkt; råvaror; vara

Synoniemen voor "varor":


Verwante vertalingen van varor