Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal valuta

Vertaal valuta van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

valuta:
- Münzsorte; Valuta; Währung; Geldwährung; Währungseinheit; Geldsorte; Geldsorten
Wiktionary:
- valuta → Valuta, Landeswährung
- valuta → Währung, Geld

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor valuta (Zweeds) in het Duits

valuta:

valuta [-en] zelfstandig naamwoord

valuta
die Münzsorte; die Valuta; die Währung; die Geldwährung; die Währungseinheit; die Geldsorte; die Geldsorten
- Münzsorte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Valuta [die ~] zelfstandig naamwoord
- Währung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geldwährung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Währungseinheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geldsorte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geldsorten [die ~] zelfstandig naamwoord
valuta
die Währung
- Währung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor valuta:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geldsorte	valuta	betalningsmynt; mynt; valutakors; växelkurs
Geldsorten	valuta	valutakors; växelkurs
Geldwährung	valuta	valutakors; växelkurs
Münzsorte	valuta	mynt; valutakors; växelkurs
Valuta	valuta	valutakors; växelkurs
Währung	valuta	Valuta; pengar; valutakors; växelkurs
Währungseinheit	valuta	monetär union; valutakors; växelkurs

Wiktionary: valuta

valuta

noun

Bankwesen, Geldwesen: eine (ausländische) Währung
- Valuta → valuta
Geldzeichen, Zahlungsmittel in einer ausländischen Währung
- Valuta → valuta
Wert, den eine Währung (oder Ware) an einem bestimmten Tag hat
- Valuta → valuta
diejenige Währung, die in einem bestimmten Land das amtliche Zahlungsmittel ist
- Landeswährung → nationell valuta; valuta

Cross Translation:

From	To	Via
• valuta	→ Währung	↔ currency — money or other item used to facilitate transactions
• valuta	→ Geld	↔ money — currency

Verwante vertalingen van valuta