Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal uppmaning

Vertaal uppmaning van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

uppmaning:
- Ermutigung; Ermunterung; Anspornung; Zuspruch; Anregung; Anreiz; Ansporn; Stimulanz
Wiktionary:
- uppmaning → Mahnung, Ansinnen

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor uppmaning (Zweeds) in het Duits

uppmaning:

uppmaning [-en] zelfstandig naamwoord

uppmaning (uppmuntran)
die Ermutigung; die Ermunterung; die Anspornung; Zuspruch
- Ermutigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ermunterung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Anspornung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zuspruch [das ~] zelfstandig naamwoord
uppmaning (tillskyndan; uppvigling; anstiftan)
die Anregung; der Anreiz; die Ermutigung; der Ansporn; Stimulanz
- Anregung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Anreiz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ermutigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ansporn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stimulanz [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uppmaning:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anregung	anstiftan; tillskyndan; uppmaning; uppvigling	anstiftningar; impuls; infall; instinkter; lyft; nyck; puff uppåt; sporrning; stimulerande; uppsving
Anreiz	anstiftan; tillskyndan; uppmaning; uppvigling	impuls; infall; initiativ; lyft; nyck; puff uppåt; sporre; sporrning; stimulerande; uppsving
Ansporn	anstiftan; tillskyndan; uppmaning; uppvigling	sporre; sporrning; stimulerande
Anspornung	uppmaning; uppmuntran	uppmuntran
Ermunterung	uppmaning; uppmuntran	hugsvalelse; sporrning; stimulerande; tröst; vederkvickelse
Ermutigung	anstiftan; tillskyndan; uppmaning; uppmuntran; uppvigling	hugsvalelse; sporrning; stimulerande; tröst; vederkvickelse
Stimulanz	anstiftan; tillskyndan; uppmaning; uppvigling	impuls; infall; lyft; nyck; puff uppåt; sporrning; stimulerande; uppsving
Zuspruch	uppmaning; uppmuntran	hugsvalelse; tröst; vederkvickelse

Wiktionary: uppmaning

uppmaning

noun

Erinnerung an etwas und gleichzeitig eine Aufforderung, etwas zu tun
- Mahnung → erinran; uppmaning; maning; påminnelse
oft als Zumutung empfundenes Ersuchen, Gesuch, Bitte
- Ansinnen → uppmaning; begäran