Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trave (Zweeds) in het Duits

trave:

trave [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trave (stack; hög; stapel)
    der Heuschober
  2. trave (hög)
    der Haufen; der Stapel; die Ansammlung; die Menge; die Häufung; die Masse; der Stoß
    • Haufen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stapel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ansammlung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Menge [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Häufung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Masse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stoß [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. trave (hög)
    der Haufen
    • Haufen [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trave:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansammlung hög; trave ansamling; ihop sättning; lägga ihop; sammla ihop
Haufen hög; trave ansamling; bunt; en hel del; en stor del; flock; grupp; gäng; hord; högar; klan; kotteri; lägga ihop; massa; massor; mycket; mängd; sammla ihop; stor del
Heuschober hög; stack; stapel; trave
Häufung hög; trave ansamling; lägga ihop; sammla ihop
Masse hög; trave ansamling; en hel del; en stor del; flock; folkmassa; folksamling; grupp; hop; hord; massa; massor; mycket; möte; sammankomst; stor del
Menge hög; trave ansamling; antal; bit; bunt; dos; en hel del; en stor del; flock; folkmassa; folksamling; grupp; gäng; hop; hord; klump; massa; massor; mycket; mängd; möte; namngiven uppsättning; nummer; rätt så mycket; sammankomst; stor del; stycke; uppsättning
Stapel hög; trave batch; en hel del; lek; mycket; stack; stack-ikon; stor del
Stoß hög; trave ansamling; bump; dunk; duns; klapp; lätt knuff; meningskiljaktlighet; misshällighet; motsättning; njutning; nöje; simtag; skakning; slag; slag med öppen hand; smäll; spark; stöt; stöta ihop med; törn

Synoniemen voor "trave":


Verwante vertalingen van trave