Trasa in het Duits vertaald uit het Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

trasa:
- Tuch; Lappen; Flicklappen; Lumpen; Stück; Abschnitt; Rest; Fetzen; Restposten; Flicken; Coupon; Restant; Restbestand; Stoffetzen; Stofflappen; Stück Stoff
Wiktionary:
- trasa → Klamotte, Hudel, Hader, Feudel, Fetzen
- trasa → Fähnchen

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trasa (Zweeds) in het Duits

trasa:

trasa [-en] zelfstandig naamwoord

trasa (duk)
Tuch; der Lappen
- Tuch [das ~] zelfstandig naamwoord
- Lappen [der ~] zelfstandig naamwoord
trasa (duk; putstrasa)
der Flicklappen; der Lappen; der Lumpen; Stück; der Abschnitt; der Rest; der Fetzen; der Restposten; der Flicken; der Coupon; der Restant; der Restbestand; der Stoffetzen; der Stofflappen; Stück Stoff
- Flicklappen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lappen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lumpen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stück [das ~] zelfstandig naamwoord
- Abschnitt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rest [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fetzen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Restposten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flicken [der ~] zelfstandig naamwoord
- Coupon [der ~] zelfstandig naamwoord
- Restant [der ~] zelfstandig naamwoord
- Restbestand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stoffetzen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stofflappen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stück Stoff [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trasa:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abschnitt	duk; putstrasa; trasa	avdelning; avsnitt; del; dimension; division; fördelning; inbetalning; indelning; kupong; kvitto; mottagningsbevis; paragraf; period; portion; presentationsavsnitt; segment; sektion; skärning; stycke; tid; tidsrymd; tidsspann; timme; trappor; uppdelning; voucher
Coupon	duk; putstrasa; trasa	kupong; voucher
Fetzen	duk; putstrasa; trasa	kupong; lump; lumpar; paltor; skräp; tak trasa; trasor; voucher
Flicken	duk; putstrasa; trasa	kupong; lump; provsmakare; provtagare; skräp; trasor; voucher
Flicklappen	duk; putstrasa; trasa	kupong; lump; skräp; voucher
Lappen	duk; putstrasa; trasa	kupong; kuponger; lump; putsduk; putstrasa; skräp; trasor; voucher
Lumpen	duk; putstrasa; trasa	kupong; lump; lumpar; paltor; putsduk; putstrasa; skräp; trasor; voucher
Rest	duk; putstrasa; trasa	avlagring; kupong; kvarstoder; lämning; mosad mat; rest; rester; sediment; tugga; voucher; återstod; återstoder; överbliven mat; överskott
Restant	duk; putstrasa; trasa	kupong; kvarstoder; rest; rester; voucher; återstod; återstoder; överbliven mat
Restbestand	duk; putstrasa; trasa	avlagring; kupong; kvarstoder; lämning; rest; rester; sediment; voucher; återstoder; överskott
Restposten	duk; putstrasa; trasa	kupong; kvarstoder; rester; voucher; återstoder
Stoffetzen	duk; putstrasa; trasa	kupong; lump; skräp; voucher
Stofflappen	duk; putstrasa; trasa	kupong; kuponger; lump; skräp; voucher
Stück	duk; putstrasa; trasa	beståndsdel; bit; del; element; ingrediens; klimp; klump; kontingent; kupong; liten bit; liten del; portion; segment; sektion; skiva; skådespel; stycke; voucher
Stück Stoff	duk; putstrasa; trasa
Tuch	duk; trasa	kupong; putsduk; putstrasa; ulltyg; voucher

Wiktionary: trasa

trasa

noun

salopp; zumeist Plural:
- Klamotte → buskis; palta; paltor; spektakel; trasa
(umgangssprachlich) oberdeutsch und mitteldeutsch: ein Lappen, ein Wischtuch
- Hudel → trasa
ostmitteldeutsch, (umgangssprachlich), meist Plural: Putzlappen, Wischlappen
- Hader → trasa
norddeutsch: Lappen zur feuchten Reinigung des Bodens
- Feudel → trasa
umgangssprachlich, österreichisch: Putzlumpen, Scheuertuch
- Fetzen → trasa
umgangssprachlich: minderwertiges, schäbiges Kleidungsstück
- Fetzen → trasa

umgangssprachlich, abwertend: qualitativ minderwertiges, geschmackloses Kleid
- Fähnchen → trasa

Verwante vertalingen van trasa

Remove Ads

Vertaal trasa van Zweeds naar Duits

Uitgebreide vertaling voor trasa (Zweeds) in het Duits

trasa:

trasa [-en] zelfstandig naamwoord

trasa (duk)

trasa (duk; putstrasa)

Vertaal Matrix voor trasa:

Wiktionary: trasa

Verwante vertalingen van trasa