Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. transportör:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor transportör (Zweeds) in het Duits

transportör:

transportör [-en] zelfstandig naamwoord

  1. transportör (speditör)
    der Verlader; der Spediteur; der Transporteur; der Transportunternehmer
  2. transportör
    der Transportunternehmer

Vertaal Matrix voor transportör:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Spediteur speditör; transportör bud; expressbud
Transporteur speditör; transportör bud; expressbud
Transportunternehmer speditör; transportör bud; expressbud; transportagent
Verlader speditör; transportör lastare

Wiktionary: transportör

transportör
noun
  1. Mathematik: Kurzform von Geometriedreieck: ein flaches Stück Kunststoff (oder anderes Material), das exakte Winkel hat und zum Erstellen und Vermessen von geometrischen Figuren benutzt wird, oft in technischen Zeichnungen