Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal trakt

Vertaal trakt van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

trakt:
- Region; Provinz; Gegend; Gau
Wiktionary:
- trakt → Gegend
- trakt → Gegend, Region, Raum, Gebiet, Nachbarschaft, Umgebung, Bereich, Land, Strand, Ufer

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trakt (Zweeds) in het Duits

trakt:

trakt [-en] zelfstandig naamwoord

trakt (region; område; nejd)
die Region; die Provinz; die Gegend; die Gau
- Region [die ~] zelfstandig naamwoord
- Provinz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gegend [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gau [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trakt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gau	nejd; område; region; trakt
Gegend	nejd; område; region; trakt	distrikt; grannskap; landsdel; landskap; län; miljö; omgivning; område; provins; region; territorium; zon
Provinz	nejd; område; region; trakt	distrikt; land; landskap; län; provins; region; zon
Region	nejd; område; region; trakt	distrikt; grannskap; landskap; län; område; provins; region; revir; territorium; zon

Synoniemen voor "trakt":

zon; distrikt; grannskap; ort; region; bygd; omgivning; plats; omnejd; område; nejd

Wiktionary: trakt

trakt

noun

entgegen der unter [1] genannten Erklärung, ein relativ bekanntes Gebiet, das oft in der Nachbarschaft oder auch nur in der Nähe liegt
- Gegend → bygd; trakt; region
ein Teil des Körpers, etwa die Umgebung oder den Bereich eines Organs oder eines Körperteils, (Schmerzen in der Magengegend)
- Gegend → trakt; region

Cross Translation:

From	To	Via
• trakt	→ Gegend; Region; Raum	↔ region — any considerable and connected part of a space or surface
• trakt	→ Gebiet	↔ tract — an area
• trakt	→ Nachbarschaft; Umgebung	↔ vicinity — neighbourhood, or the nearby region
• trakt	→ Bereich; Gebiet; Gegend; Region; Land	↔ contrée — géographie\|fr certain étendue de pays.
• trakt	→ Strand; Ufer	↔ rivage — Partie de la terre qui borde la mer (sens général)
• trakt	→ Bereich; Gebiet; Gegend; Region	↔ région — toponymie‎\|fr Vaste territoire ; étendue de pays.