Tolerans in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

tolerans:
- Güte; Gutheit; Toleranz; Verträglichkeit; Duldsamkeit
Wiktionary:
- tolerans → Toleranz, Permissivität, Duldung
- tolerans → Toleranz, Duldsamkeit

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tolerans (Zweeds) in het Duits

tolerans (tålamod; storsinthet)
die Güte; die Gutheit
- Güte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gutheit [die ~] zelfstandig naamwoord
tolerans (fördragsamhet)
die Toleranz; die Verträglichkeit; die Duldsamkeit
- Toleranz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verträglichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Duldsamkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Duldsamkeit	fördragsamhet; tolerans	mildhet; överseende
Gutheit	storsinthet; tolerans; tålamod
Güte	storsinthet; tolerans; tålamod	barmhärtighet; frivillighet; förbarmande; mildhet; tjänstvillighet; varor; villighet; överseende
Toleranz	fördragsamhet; tolerans	mildhet; överseende
Verträglichkeit	fördragsamhet; tolerans	endräkt; harmoni; mildhet; överseende

tolerans

noun

Medizin, nur Singular gebräuchlich: Widerstandsfähigkeit insbesondere gegen Arzneimittel
- Toleranz → tolerans
nur Singular gebräuchlich: Eigenschaft, etwas dulden, ertragen oder zulassen zu können
- Toleranz → tolerans
Technik: zulässige Abweichung von einem vorgeschriebenen, verbindlichen Maß oder Wert
- Toleranz → tolerans
Gewährenlassen, Freizügigkeit, insbesondere auch Beliebigkeit
- Permissivität → tillåtande attityd; eftergivenhet; tolerans
Das Entgegenbringen von Toleranz jemandem oder etwas gegenüber, das Gewährenlassen von jemandem oder etwas
- Duldung → tolerans; tolererande; fördragsamhet

Cross Translation:

From	To	Via
• tolerans	→ Toleranz; Duldsamkeit	↔ verdraagzaamheid — de bereidheid van anderen om veel te verdragen